Kattenbelletjes
Zintuigen
Home
Het begin
Kittens
Zintuigen
Lichaamstaal
Agressie
Angst
Kattenziekte
Toxoplasmose
Vlooien-Allergie
Rabiës
Suikerziekte
Tandpijn
Teken
Grappig verhaal over een pil geven
Sabbelen
Rassen
Bijgeloof
Ditjes & Datjes
Noa & Mi-Ké
Felix
Liedjes & Gedichtjes
Twee katten uit Katwijk
De nieuwe kater
De Kat
Katten Fratsen
De Kat van Ome Willem
Hoe noem je een kat
Beroemde katten
Garfield
Tom & Jerry
De Rode Kater & Loedertje
Cliparts
Grappig
I never drink again
Poezen gebed
Boeken
Cats
Cat Proverbs
Cat Sayings
Cat Superstitions
Cat Facts
Cat Poetry
All sorts of cats

cateye1.jpg

cateye2.jpg

Ogen
De ogen van een kat zijn een stuk beter dan die van jou. Een kat ziet zes keer zo scherp als jij, en ook in de schemering kan hij nog prima kijken. Dat komt door zijn pupillen: bij een kat gaan die in het donker veel wijder open dan bij ons. In het donker ziet het kattenoog er bijna als één grote, zwarte pupil uit. Soms lijken de ogen wel licht te geven. Dat komt door een speciale laag in het oog die het licht terugkaatst. (Zie plaatje 6.) Zo kan de kat nog beter zien in het duister. In het zonlicht knijpt de kat zijn pupillen dicht tot een smal streepje.

kattenoren2.jpg

kattenoren1.jpg

Oren
Een kat hoort veel beter dan wij. Als jij denkt dat het stil is, hoort een kat nog allerlei zwakke geluidjes. Het gepiep van een muis bijvoorbeeld. Ook kan een kat zijn oren alle kanten op draaien. Zo kan hij het geluid beter opvangen en bovendien precies ontdekken van welke richting het geluid komt. In het pikkedonker kan hij zo met zijn oren te weten komen waar het muisje zit.

neus1.jpg

Neus
Ook al lijkt zijn neus maar klein, een kat kan er toch erg goed mee ruiken. Door de lucht goed op te snuiven, weet hij bijvoorbeeld of er een andere kat in de buurt is geweest. Ook etensrestjes ruikt hij al van ver. Verder zorgt een kat altijd dat hij zelf heel schoon is. Zo draagt hij zo weinig mogelijk geurtjes bij zich, en wordt hij minder snel geroken door een prooi als hij op jacht gaat.

Tast
Op de neus van de kat zitten een heleboel lange snorharen. Daarmee kan hij heel goed voelen wat er vlakbij zijn kop is. In een donker bos of in een duister hol vindt hij zo beter de weg. Ook zijn lange wenkbrauwharen werken als voelsprieten.

Tevreden of bang
Praten zoals jij doet een kat niet. Maar je kunt wel goed aan een kat merken of-ie het naar zijn zin heeft of dat-ie bang is. Daarvoor gebruikt hij allerlei geluidjes en gebaren. Als je goed oplet, heb je snel in de gaten wat een kat je wil vertellen. Spint of knort hij of laat hij korte miauwtjes horen, dan is hij tevreden. Een kat die op schoot wil liggen, je handen likt, zijn nagels zachtjes in je duwt, kopjes geeft of met zijn lijf langs je benen strijkt, laat merken dat hij het naar zijn zin heeft en je aardig vindt. Verder gaat een tevreden kat zich lekker wassen, een dutje doen of flink spelen. Een bange kat zal meestal eerst stoer doen, bijvoorbeeld als hij een hond ziet. De kat maakt dan een hoge rug en zet zijn haren overeind. (Zie plaatje 7.) Vooral aan zijn dikke staart is te zien dat hij niet blij is. Als zijn stoerheid niet helpt, kan hij gaan blazen en zijn tanden en nagels laten zien. Daarna wordt het vechten, of zoekt de kat snel een veilig plekje. Op een hoge plank of onder de kast bijvoorbeeld.

Man en vrouw
Een mannetjeskat heet een kater. Een vrouwtje heet een poes. De jongen heten kittens. Maar de namen worden veel door elkaar gebruikt. Kater wordt soms afgekort tot kat. Of mensen gebruiken kat voor poes en kater. Een echte kattenliefhebber heeft het meestal over zijn poes, ook al is het een kater.
Meestal is een kater iets groter dan een poes. Ook zwerft de kater vaak verder van huis, en maakt hij eerder ruzie. Vooral in de paartijd, als er meer katers op een vrouwtje afkomen. Als een poes verliefd is, laat ze dat duidelijk weten door in de tuin of op het dak luid te miauwen. De kater beantwoordt dat gekrijs met een nog veel harder geschreeuw. Op dit krolse gejank volgt meestal een paring. Of een gevecht tussen katers, of een woedend geschreeuw van iemand die er wakker van is geworden...

Zwanger en geboorte
Een mens is negen maanden zwanger, een poes maar negen weken. Een zwangere poes zoekt al een tijdje voor de geboorte een rustig plekje om haar jongen te krijgen. Bijvoorbeeld een donker hoekje in de schuur of een kartonnen doos met lappen in de kamer. Ze krijgt niet één maar wel drie of vijf jongen, en soms wel acht. Geen wonder dat er zo veel poezen rondlopen in ons land. En het is lang niet altijd makkelijk om een goed tehuis voor al die jonge poesjes te vinden. Veel mensen laten hun poes of kater daarom bij een dierenarts onvruchtbaar maken, dan krijgen ze geen jonge poesjes meer.

Zo groeit een kitten
De kittens komen blind, doof en hulpeloos ter wereld. De moederpoes laat ze melk bij haar drinken en likt de jongen vaak schoon. Na ongeveer tien dagen gaan de oogjes open en kan het jong ook horen. Na vier weken hebben de katjes leren lopen en doen ze allerlei spelletjes. Zo leren ze jagen en worden ze steeds handiger. Twaalf weken oud kan het jonkie zonder zijn moeder en mag het naar een nieuw thuis.