Tijdens de eerste eeuwen toen de katten in Europa nog schaars
waren, merkten de mensen vooral de goede aspecten van de kat op. Er is een lijst bewaard gebleven uit de vijfde eeuw uit Ierland
waarop zich de namen van goederen bevinden die nuttig zijn voor de huisvrouw en ook de kat komt op die lijst voor. Er bestaat
ook een afbeelding van een kat in The Book of Kells dat uit de negende eeuw dateert.het was veel plezieriger om katten
rond het huis te hebben dan fretten en ze vingen de muizen met viel enthousiasme en vaardigheid.
In het tiende eeuwse West Wales werd een gehucht wettelijk
als een plaats aangemerkt wanneer er 9 gebouwen,1 schaapsherder, 1 ploeg, 1 kerk, 1 stier, 1 haan en 1 kat aanwezig waren.
Vanaf de geboorte totdat de ogen open gingen was een katje 1 penny waard, vanaf het moment dat de kat muizen ging vangen was
hij 2 pennies waard en een volleerd muizenvanger was 4 pennies waard. Wanneer man en vrouw scheiden en ze bezaten een kat
dan kreeg hij de kat. Wanneer iemand ervan bechuldigd werd de kat van een ander gedood te hebben, was hij verplicht
de eigenaar een schaap met lam of een hoeveelheid graan te geven dat het lichaam van de kat zou bedekken wanneer het bij de
staart omhoog gehouden werd en met de neus de grond raakte.
In de eerste eeuwen van het Christendom waren er veel bijgeloven
rond de kat. Zowel in Europa als Azië hield het bijgeloof het verband tussen katten en de aspecten van het leven die door
de katgodinnen eens werden beheerst in stand. Zowel de Schotten als de Japanners ontdekten dat de geel en ruin gestreepte
lapjeskatten stormen konden voorspellen. De Engelsen vonden uit dat katten de melk zuur konden maken en insektenplagen konden
voortbrengen die de oogsten vernietigden. De Indonesiërs gebruikten de katten als regenmakers door ze in een processie 3 maal
rond een verdord veld te dragen en ze daarna in water onder te dompelen om er zeker van te zijn dat ze begrepen wat er van
ze verwacht werd. Westeuropeanen verzekerden zichzelf van een goede oogst door een kat levend te begraven in ieder beplante
akker. Oosteuropeanen geloofden dat de bliksemschichten de pogingen van engelen waren om de kwade geesten uit te drijven
die bezit namen van katten tijdens onweer. Daarom werden de katten de deur uitgezet zodra de storm losbrak; indien de engelen
van plan waren iets te raken kan het beter niet het huis zijn.
Het geloof in heksen van eveneens een hersenschim, zo sprak de vroegere Kerk, maar de
latere Kerk beweerde precies het tegendeel.rond de 13e eeuw bestonden heksen dan ook echt. Deze ommekeer in
het kerkelijke denken werd teweeg gebracht, omdat de mensen het geloof in de structuur van het middeleeuwse denken begonnen
te verliezen en daarmee het geloof in de opbouw van de maatschappij, en de Kerk zocht naar een zondebok om alles wat fout
ging in de wereld te kunnen verklaren. Zokwamzij ophet idee van hekserij, stelde deze voor als een georganiseerde samenzwering,
en transformeerde daarbij de heksen van legendarische beunhazen in toverij en staatsgevaarlijke vijanden. De kat werd
mede schuldig verklaard als bondgenoot van de heksen.Op het hoogtepunt van de Europese heksenjacht vroeg iedereen zich af
of een onbekende kat op het erf gewoon een kat was of een heks die gekomen was om iemand van het gezin te betoveren. het algemene
gevolg van de heksenjacht was een devaluatie van alle katten.
(De verhalen van de wreedheden tegen mens en kat ga ik
hier niet beschrijven)
De Fransen waren de eersten die de kat weer welkom heetten
in de beschaafde wereld.In het midden van de 17e eeuw hield Krdinaal Richelieu tientallen katten aan het hof en hij liet een
legaat na voor degene die na zijn dood voorzijn katten zou zorgen.In de eersye jaren van de 18e eeuw werden ter ere vande
katten medailles geslagen, graftomben werden opgericht om hun stoffelijke resten te bewaren etc. Aan de overzijde van het
Kanaal ging aan het einde van de 18e eeuw ook beter met de katten. De mensen begonnen sentimentele verhalen over katten te
vertellen;bijv.dat de zwarte kat die de stalmaat van de grote Arabische hengst Godolphin was, nachtwake hield bij het lichaam
van het paard toen dat in 1753 stierf en daarna wegsloop om in z'n eentje te sterven op de hooizolder.In de 19e eeuw
werden desentimentele memoires een gevestigde literaire vorm.
In Azië waren de katten veel beter af. Buiten het Christendom
kwamen ze nooit terecht in het kruisvuur tussen God en de Duivel. In Azië was hun belangrijkste bovennatuurlijke kracht het
af en toe dienen als tabernakel voor de zielen van de doden. De OOsterse religies waren zich meer bewust dan het Christendom
van de eenheid van de mens met de natuur,meer bezig met het bereiken van de deugd dan het straffen bij het ontbreken van de
deugdzaamheid.
De Kat-het standaarwerk over de felis domestica..Muriel Beadle
|