Rabiës
Algemeen
Over rabiës is al in 2300 voor Chr. Geschreven. Celsius beschreef in 100 na Chr. al over waterangst na hondenbeten.
In 1885 ontwikkelde Louis Pasteur een vaccin.
Dankzij vossenvaccinatie in de buurlanden is Nederland vrij van vossenrabiës.
De laatste gevallen van menselijke rabiës in Nederland dateren van 1962 na contact met een uit het buitenland afkomstige
hond. In 1996 is iemand in Nederland overleden na een hondenbeet in Marokko.
Hondsdolheid is een beruchte en levensgevaarlijke ziekte bij mens en dier en wordt veroorzaakt door een virus dat
meestal via het speeksel (bijvoorbeeld een beet) maar ook op andere manieren kan worden overgedragen.
In veel landen, ook in de landen die Nederland direct omringen, komt hondsdolheid voor. Deze zeldzame maar zeer ernstige
virusziekte vindt men niet alleen bij honden.
Alle zoogdieren kunnen aan rabiës lijden en de ziekte op andere dieren én de mens overbrengen. (vleermuizen zijn ook
zoogdieren!)
Vermijd dan ook zo veel mogelijk contact met dieren in streken waar hondsdolheid voorkomt!
In sommige gevallen wordt geadviseerd u tegen rabiës te vaccineren.
Hoe weet je of een dier besmet is?
Sommige dragen het virus bij zich zonder er zichtbaar last van te hebben. Het is in elk geval verdacht wanneer een
dier agressie toont of onrustig is, of wanneer een van nature schuw dier zijn schuwheid verliest.
Symptomen van een besmette kat
Ze trekt zich terug. Als de kat wordt gestoord, valt hij aan in de richting van het gezicht en krabt en bijt.
Na enkele dagen treden verlammingen op en sterft het dier.
Er zijn geen medicijnen ter genezing.
Van hondsdolheid verdachte huisdieren eventueel
opsluiten (dit is gevaarlijk werk!) en politie of dierenarts waarschuwen.
Voorkomen
Het virus kan zeker veertien dagen overleven in dode dieren; bij lage temperaturen zelfs nog langer. Raak dus nooit
met blote handen een dood dier aan!!!
Vermijd krabben, likken en beten van zoogdieren in gebieden waar hondsdolheid voorkomt.
Overweeg inenting tegen rabiës van tevoren.
Wijze van besmetting
Via een beet van een besmettelijk dier (hond, kat, vos, vee, vleermuis of reewild) of via kleine wondjes of kleine
wondjes in de huid kan het speeksel terecht (likken) komen in onderhuids weefsel of in de spieren. Besmetting van mens op
mens treedt zelden op. Besmetting van dier op dier kan tot stand komen via bijtwonden of via zogen.
Wat gebeurd er na een beet?
Na een beet van een geïnfecteerd dier komt het rabiës virus met het speeksel terecht in het onderhuidse weefsel of
in de spieren. Het virus kan er lange tijd over doen voordat de tastlichaampjes of motorische eindplaatjes worden bereikt.
Van daaruit verplaatst het zich via de zenuwbanen naar het centrale zenuwstelsel. Pas in de neuronen (cellichamen) vermeerdert
het virus zich, waarna verdere verspreiding plaatsvindt via de zenuwbanen. Er vindt geen verspreiding van het virus plaats
via de bloedbaan.
Enkele adviezen voor het geval je meent te zijn gekrabd, gebeten of gelikt door een dier dat mogelijk
met hondsdolheid besmet is:
Was de wond goed uit met water en zeep of een ander huishoudelijk reinigingsmiddel of desnoods met water alleen.
Ontsmet vervolgens de wond met alcohol (70%) of jodium.
Roep direct hulp van een arts in; deze zal zonodig antistoffen en vaccinaties toedienen. Als dat niet mogelijk
is (in de landen buiten Europa is het rabiës immunoglobuline meestal niet verkrijgbaar), neem dan zo spoedig mogelijk
contact op met de ambassade of het consulaat.
Licht de plaatselijke politie over het voorval in, vooral als het gaat om een zwervend dier.
Stel je huisarts direct bij thuiskomst op de hoogte.
Symptomen
Het kan enkele weken tot drie maanden duren voor er verschijnselen komen. Dit kunnen zijn:
°Karakterveranderingen (van sloom tot treurig tot agressief)
°Gedragsveranderingen (bijv. willen gaan zwerven, eten van stenen etc)
°Rillingen, koorts, braken, misselijk, hoofdpijn
° Plaats van de wond kan gaan jeuken en/of pijnlijk
°Later; hyperactiviteit, nekstijfheid, stuiptrekkingen.
°Verlamming , soms alleen in het lichaamsdeel waar de wond is.
°Angst voor water (hydrofobie) Hierbij lokt verplaatsing van lucht, het zien van vloeistof of een poging te drinken
spierspasmen van de slik-, nek- en ademhalingsspieren uit. Door een combinatie van speekselvloed en angst om te slikken en
vanwege het spierspasme dat hiermee wordt uitgelokt, kan schuim om de mond worden gevormd
°Coma; doordat de ademhalingsspieren verlamd raken.
Therapie
Zo snel mogelijk na de mogelijke besmetting vaccineren.
Dit zijn verschillende injecties en evt. antibiotica en een tetanus injectie.
(Na uitbreken van de ziekte is er alleen symptomatische behandeling mogelijk)
Bij de enting wordt het onschadelijk gemaakte hondsdolheids virus ingespoten.
Dat nestelt zich in het lichaam op die plaatsen waar bij een eventuele besmetting het
gevaarlijke virus heen zou willen gaan.
Die plaatsen zijn dus al besmet zodat het echte virus geen kans meer heeft om zijn gruwelijke
werk te doen.
Het is zonder meer logisch dat je verplicht bent om bij bezoek aan het buitenland jouw
kat tegen rabies te laten enten.
Dat is in het belang van dat land zelf maar evenzeer van jouw kat en niet te vergeten
van jezelf.
De meeste landen eisen dat de enting minstens vier weken vóór vertrek wordt toegediend
en niet ouder is dan één jaar.
Er zijn ook landen waar geen hondsdolheid heerst (bijvoorbeeld Engeland) en die een quarantaineperiode
van meerdere maanden voorschrijven.
Als je regelmatig naar een ander land gaat, is het nodig om elke elf maanden te laten
enten tegen hondsdolheid, omdat de enting pas na een maand geldig wordt.
Je hebt een EU dierenpaspoort nodig
NB:
Rabiës is een meldingsplichtige ziekte. De arts meldt een geval aan de GGD, die
meldt het anoniem door aan de IGZ en levert gegevens voor de landelijke surveillancce van meldingsplichtige ziekten.
Als de besmette personen niet mee willen/kunnen werken op grond van hun geestelijke vermogens hebben de verantwoordelijken
(burgemeester+IGZ) onder bepaalde voorwaarden via de Infectieziektewet en de BOPZ mogelijkheden tot dwangverpleging op te
leggen.
Probleemgedrag bij katten kent vele oorzaken, maar dat net
als bij mensen stress een grote boosdoener kan zijn is nog nauwelijks bekend.
Als we de stress bij katten weten te verminderen zullen zij
minder of helemaal geen agressie meer vertonen en prettiger in de omgang zijn.
Hun vaak doffe vacht begint weer te glimmen en de onrust
is uit hun lijf.
Voor stress bij katten zijn allerlei oorzaken aan te wijzen
maar de algemene definitie van stress is dat het ontstaat als een situatie voor de kat onvoorspelbaar en oncontroleerbaar
is.
Er is een
verschil tussen acute stress en chronische stress.
Acute stress kan ook positieve stress zijn die bijvoorbeeld
ontstaat als de kat bezig is een muis te vangen.
Uit onderzoek weten we dat als we jonge dieren vanaf de geboorte
tot aan 5 weken dagelijks gedurende een kort periode vastpakken en een gevarieerd aanbod aan stimuli bieden hun zenuwstelsel
eerder volgroeid is en hun motorische en lichamelijke ontwikkeling sneller gaat in vergelijking met dieren die minder gestimuleerd
zijn. Daarnaast hebben gestimuleerde dieren in een voor hen vreemd omgeving meer zelfvertrouwen, zullen ze eerder de omgeving
onderzoeken en zijn ze sociaal vaardiger. Dit effect is waarschijnlijk te verklaren omdat het vroeg en regelmatig vastpakken
van de dieren in combinatie met de acute stress ervoor zorgt dat bij het dier het hypofyse-bijniersysteem zich aanpast waardoor
het later beter met stressvolle situaties kan omgaan. Stress is dus niet alleen maar negatief.
Ernstige welzijnsaantastingen treden met name op in situaties
van chronische stress. Omdat stress gedrag in voor de kat vervelende situaties vaak niet specifiek of geconditioneerd is,
kan het bij wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk zijn om gedragsobservaties te ondersteunen met fysiologische stressmetingen.
Cortisol bepalingen in speeksel en hartslag registraties
zijn bruikbaar om acute stress te bepalen en de interpretatie van gedragobservatie van acute stress te ondersteunen.
Een verhoogde cortisol/creatine ratio in spontaan geproduceerde
ochtend urine vormt een sterke aanwijzing voor chronische stress.
Dit meten van stress is een methode om te bepalen of het
dier zijn situatie negatief waardeert en het kan dus een belangrijk hulpmiddel zijn bij de identificatie van welzijn problemen.
In 1997 heeft de wetenschapper Bonne Beerda, in een onderzoek
bij honden, aangetoond dat zij gedragsmatig reageerde op stressoren die plotseling plaatsvinden met rusteloosheid, een lage
houding, meer uitschudden en orale gedragingen zoals de bek vaak aflikken tongelen en slikken en in mindere mate met
gapen en bek openen.
Verder bleek dat bij honden een lage houding en een veelvuldig
voorkomen van pootje heffen, uitrekken, stereotype bewegingsactiveit, manipulaties van de omgeving, zelfverzorging, vocalisaties,
gestoorde bewegingen en coprofagie - het eten van ontlasting - een aanwijzing kan zijn voor chronische stress.
Ook bij katten kennen we stressignalen zoals het veelvuldig
aflikken van de bek, het heffen van een voorpoot, het overmatig trillen van spieren en de siddering over de rug. Pica het
eten van vreemde voorwerpen is het gedrag dat met name voorkomt bij chronische gestresste katten.
Onderzoek bij laboratorium dieren, waaronder ook katten,
wijst uit dat angst, eenzaamheid en verveling een grotere invloed hebben op het verminderen van welzijn dan pijn.
Uit recent onderzoek blijkt dat een dier dat chronische stress
heeft als oplossing hiervoor stereotiep gedrag kan ontwikkelen.
Bij de kat zijn dit gedragingen als het dwangmatig likken
van een bepaalde plek op de huid. Deze gedragingen zullen door de verslavende eigenschappen van opioiden - stoffen die het
lichaam zelf aanmaakt - en ook de kalmerende effecten van opioid er voor kunnen zorgen dat deze katten kunnen omgaan met de
stressvolle omstandigheden. Door het belonende effect van de stoffen zal het gedrag steeds erger worden. De effectiviteit
van stereotiep gedrag neemt echter af naarmate de situatie langer aanhoudt en bij varkens is aangetoond dat langdurige chronische
stress zorgt voor neuronaal celverlies.
Uit de praktijk van Tinley zien we dat chronische stress
bij katten veelal veroorzaakt wordt door te veel katten op een te klein oppervlakte en verveling.
Wat gebeurt er tijdens stress in het lichaam
Een deel van de hersenen wordt geprikkeld en dit deel activeert
het centrale zenuwstelsel dat vervolgens bepaalde hormonen afscheid.
Deze hormonen zorgen ervoor dat de bloeddruk stijgt, de hartslag
toeneemt, de longblaasjes zich verwijden evenals de bloedvaten naar de hersenen, de spieren en de kransslagader.
Andersom vernauwend e bloedvaten zich die naar de huid, nieren
en de spijsverteringsorganen lopen.
De spijsvertering wordt bijna helemaal stopgezet. Door deze
reacties van het lichaam kan er meer zuurstofrijk bloed stromen naar hersenen, spieren en hart.
Adrenaline zorgt ervoor dat er in de lever een verhoogde
productie ontstaat van glucose dat door het lichaam gebruikt word als brandstof voor spier- en zenuwcellen.
Ook de suiker en vetreserves worden aangesproken als extra
brandstof voor de spieren. Om ervoor te zorgen dat mogelijke verwondingen niet leiden tot overmatig bloedverlies wordt de
stollingsfactor van het bloed verhoogd.
Deze fysiologische processen uitten zich a.a. door verwijde
pupillen, gespannen spieren, een hoge en snelle ademhaling en minder speeksel.
We noemen deze reactie van het lichaam het fight-or-flight
mechanisme.
Dit mechanisme is in natuurlijke situaties erg handig omdat
tijdens gevaar een snelle reactie van het lichaam, voor de kat bepalend kan zijn of hij zich wel of niet weet te redden uit
een gevaarlijke situatie.
Maar als dit mechanisme continu wordt aangesproken vermindert
de weerstand, is de kat vatbaarder voor infecties, sneller geprikkeld en uiteindelijk kunnen er gedragsproblemen ontstaan.
Mogelijke
oplossingen voor stress:
Uiteraard is het belangrijk om te weten wat de oorzaak is
van de stress om deze vervolgens te kunnen verwijderen of op zijn minst te verminderen. Is er sprake van gedragsproblemen
dan is een bezoek aan een ervaren, goed opgeleide katten gedragstherapeut - die bekend is met het fenomeen stress - beslist
geen overbodige luxe. Deze gedragstherapeut zal in overleg met de eigenaar op zoek gaan naar de oorzaak van de stress. Als
algemeen advies kan ik u zeggen dat het meer beweging geven aan de kat ervoor kan zorgen dat de stoffen opgebouwd voor het
fight-flight mechanisme kunnen worden opgebruikt. Ook het begrijpen van uw kat en in het gedrag te verdiepen zal ervoor zorgen
dat uw kat zich veilig voelt en meer controle heeft over zijn leefomgeving. Daarnaast denk ik dat het verstandig is om in
een kleine behuizing niet te veel katten samen te laten leven. Een praktische tip voor kattenliefhebbers met een gestresste
kat: bedenk dat u door wat simpele aanpassingen meer veilige en rustige slaapplekjes kunt creëren. Zet eens wat kartonnen
dozen neer op kasten, hang wat mandjes aan de verwarming, geef de dieren ook toegang tot badkamer zolder enz. Hoe meer privé
een kat heeft hoe prettiger die zich voelt. En laten we eerlijk zijn, geld dat niet voor ons allemaal?
Bron: Kattenmanieren