Symptomen
blaasontsteking:
Vaak en kleine beetjes plassen. Je kan druppeltjes
urine in huis aantreffen en ook lijkt het of poes op de kattebak zit te ‘persen’ waarna er maar een paar druppeltjes
urine wordt uitgescheiden. Vrouwelijk katten likken vaak aan het urinegaatje en soms komt er wat afscheiding uit. Als poes
al wat langer last van de blaas heeft kan er ook wat bloed bij de urine zitten (dit komt doordat dan de blaaswand ook
ontstoken is) Omdat het plassen dan zeer doet kan poes tijdens plassen klaaglijk miauwen (of luidkeels schreeuwen)
Er kunnen ook andere klachten optreden bij
een kat met blaasontsteking; een kat die net naast de bak plast of bijvoorbeeld op de deurmat. Soms zijn het ook geen kleine
plasjes, maar gewone grote plassen
Ook kan de urine er troebelig uitzien. Of
er is geen van deze verschijselen en is poes gewoon wat humeurig.
NB: poes heeft
geen koorts, eet en drinkt normaal.
Oorzaken:
Bacterieën die een infectie veroorzaken, die komen
meestal van buitenaf, blaasstenen of blaasgruis.
Blaasgezwellen , blaaspoliepen.
Een blaaszenuw die niet goed functioneert.
Er wordt niet goed uitgeplast en de aanwezige bacterieën
blijven achter en vermenigvuldigen zich. (dit komt voor bij blaasgruis)
Behandeling:
Urine nakijken,(probeer alvast wat urine op te vangen om mee naar de dierenarts te nemen), soms
een röntgenfoto van de blaas en anti biotica. Dus ga altijd naar de dierenarts!
Wat
is blaasgruis/blaasstenen:
Er zijn teveel zouten in de urine en die gaan
kristallen vormen. Deze gaan zich aan de stoffen in de urine hechten en dit vormt gruis. Als dit groter wordt dan noemen
we het stenen. Dit kan de binnenkant van de blaas beschadigen of vast gaan zitten in de plasbuis.
Oorzaken
blaasgruis/blaasstenen;
De urinezuurgraad (PH waarde) is te laag.
Hardheid van water speelt mee.
Overgewicht, te weinig lichaamsbeweging.
Te weinig drinken.
Erfelijk.
Blaas is besmet met het Herpesvirus.
Behandeling
blaasgruis/blaasstenen;
Bij ‘gruisverstopping’ kan de dierenarts
een catheter naar binnen brengen om zo het gruis af te laten vloeien evt. nog een infuus om de boel schoon te spoelen
en antibiotica en evt. pijnstilling. Deze methoden kan bij herhaling van de klachten steeds opnieuw uitgevoerd worden.
In het uiterste geval kan de dierenarts overgaan tot penisamputatie.
Katers met een penisamputatie:
Katers die ooit een penisamputatie hebben gehad
zijn gevoeliger voor blaasonstekingen. Ze hebben een groter plasopening en daardoor minder kans op ‘gruisverstopping’,
maar wel een grotere kans op blaasontsteking omdat de bacterieën makkelijk binnen kunnen komen. Ook deze katers zullen
hun leven lang op dieet moeten blijven omdat er toch nog gruis in de blaas gevormd wordt.
Medicijnen geven
Direct
in de bek
Neem de tablet tussen duim en wijsvinger van uw
rechterhand. Laat het dier voor u zitten, pak met de linkerhand de snuit en beweeg de kop naar achter.Open de bek door met
de linkerduim en wijsvinger en wijs- of middelvinger achter de hoektanden te drukken. Stop uw rechterwijsvinger tussen de
voortanden en trek de onderkaak naar beneden.Duw nu de mondhoeken een beetje naar binnen, zodat de bek openblijft. Breng
de pil zo ver mogelijk in de bek, achter op de tong. Sluit de bek, en wrijf over de keel. Het grote voordeel is dat je nu
zeker weet dat het dier het medicijn binnen heeft gekregen. Vermeng medicijnen niet met eten, er zijn slimme dieren die het
voer wel eten, maar de pil laten liggen. Sommige katten gaan krabben of kruipen achteruit als u de bek open wil
doen. Roep de hulp van iemand anders. De een houdt de kat bij de vorpoten vast, het liefst met zo min mogelijk dwang, want
anders verzet de kat zich nog meer. De ander legt de pil zover mogelijk achter in de keel. Doe snel de bek dicht en aai zachtjes
over de keel. het is belangrijk dat het pilletje precies op het midden van de tong terechtkomt, anders spuugt de kat het pilletje
meteen weer uit. Is er geen versterking voorhanden, zet uw kat dan met de rug tegen de muur of wikkel hem in een handdoek.
Verstoppen
Deze methode werkt meestal goed bij honden,maar
helaas niet bij katten.
Trucs
*smeer boter aan de pilwaardoor hij gladder en lekkerder
wordt * maak de pil fijn tussen twee lepels en roer hem door iets lekkers. Slagroom, boter, geklutste eieren en vanillevla
zijn favoriet bij katten en als het medicijn een niet te iutgesproken smaak of geur heeft trappen ze er misschien in.
* Bewaar de tabletten in het vriesvak, daardoor verliezen ze veel smaak en geur. * Leg de pil met wat water op een klein
lepeltje en giet deze in een keer leeg in de bek van het dier.
Pasta
Sommige medicijnen zijn in pastavorm verkrijgbaar.
U kunt deze direct op de tong geven of op de voorpoot smeren. Vooral katten zullen zich dan wassen en zo het medicijn
binnenkrijgen. Doe er niet teveel in één keer op,anders schudt het dier de pasta eraf.
Zalfjes
en crêmes
Het is niet altijd gemakkelijk zalfjes en crêmes
op de juiste wijze aan te brengen. Veel huisdieren zullen deze middelen af te likken. Wrijf het daarom grondig in.
(bron: dierenarts in beeld)
Abces:
Een met pus gevulde bult als gevolg van een ontsteking. de huid
op en rond de bult voelt warm aan en is pijnlijk door de druk die de toenemende hoeveelheid pus veeroorzaakt.meestal barst
het abces na een tijdje vanzelf open en kun je het vuil dat er uitkomt met een steriel gaasje wegvegen. Als dit na na enkele
dagen gebeurd of als de kat zich anders gaat gedragen, dan kun je beter naar de dierenarts gaan. Die zal dan het abces openen
de pus verwijderen, de wond schoonspoelen en evt. anti biotica geven om verdere ontstekingen te voorkomen.
Adipositas:
Wanneer een dier meer dan 15% boven zijn ideale gewicht zit, spreken
we van overgewicht. Bij adipositas is er sprake van extreem overgewicht of vetzucht. Dit verhoogt de kans op o.a. suikerziekte,
gewrichtsproblemen en hartproblemen. Een dier met een gezond gewicht heeft, van bovenaf bekeken, een zichtbare taille en je
voelt de ribben bij het aaien zonder al te veel druk uit te oefenen. Ook mag de buik niet onder de ribbenkast uitsteken, Je
kunt naar de dierenarts gaan om naar het iseale gewicht van de at te vragen en het diertje regelmatig te wegen.
Bijtwonden:
Wanneer de kat in een gevecht door de tegenstander is gebeten,
is het verstandig om naar de dierenarts te gaan - zeker wanneer je twijfelt over inwendige verwondingen. hele kleine
bijtwonden zullen vanzelf genezen,maar de grotere wonden zullen gedesinfecteerd en gehecht moeten worden.
Bloedingen:
Wanneer een kat uitwendig bloedt, probeer het dan te stelpen door
het aanleggen van een drukverband of door het tijdelijk afbinden van een ledemaat en breng het dier naar een dierenarts.
Een inwendige bloeding kan bijvoorbeeld ontstaan door een ongeval. Het zal bleke slijmvliezen hebben, heel sloom zijn en al
snel in shock raken. Snel ingrijpen door een dierenarts is dus noodzakelijk.
Botbreuken:
Deze moeten altijd door de dierenarts behandeld worden. In de meeste
gevallen zal er eerst een röntgenfoto gemaakt worden omde exacte stand van de botbreuken vast te stellen en ze in de
juiste stand terug te kunnen brengen. Hierna wordt het gezette bot gefixeerd met een gipsverband of met pennen, platen of
schroeven. Pijnstillers zijn nuttig maar mogen er niet voor zorgen dat het diertje weer direct zijn gebroken pootje gaat gebruiken.
FIP=Feline Infectieuze Peritonitus
(besmettelijke buikvliesontsteking bij katten)
Verwekker = virus (uit de stam der zogenaamde coronavirussen,) die eigenlijk in het maag-darmkanaal
actief zijn en meestal alleen een lichte vorm van diarree veroorzaken. Infectie treedt op via mond of neus , direct van kat
op kat of via verontreinigde oppervlakten.
Helaas is het ook mogelijk dat het diarreevirus in de kat in een FIP virus veranderd.
Dan word het virus via het bloed naar alle inwendige organen vervoerd. daarna is het juist de
reactie van het immuunsysteem die tot ontstekingen in het hele lichaam leidt.
Daarom is het wel of niet uitbreken van de FIP afhankelijk van de kracht van het virus en van
het immuunsysteem van de kat. Er zijn veel dieren besmet, maar waar de ziekte nooit bij uitbreekt.
Symptomen
De eerste zijn meestal niet typerend, poes eet slecht, is rustig en krijgt koorts.
Het kan een tijd duren tot het symptoom verschijnt waaraan de ziekte zijn naam dankt; een ophoping
van vocht in de buikholte. Minder vaak in de borstkas.
Er zijn ook gevallen waarbij geen vocht wordt opgehoopt, in plaats daarvan vormen zich kleine
knobbeltjes in de organen die van buitenaf niet kunnen worden ontdekt.
De koorts duurt dagen lang en reageert niet op antibiotica.
Behalve de inwendige organen worden soms ook de ogen en het centrale zenuwstelsel aangetast (poes
heeft dan last van tranende of pijnlijke ogen, heeft moeite met zien en ook het gedrag kan veranderen).
Ook kan de ziekte leiden tot problemen met het oriëntatievermogen, trillingen of verlamming van
de gezichtszenuwen, wat tot een verandering van de gezichtsuitdrukking leidt.
Diagnose
Dit is erg moeilijk. De dierenarts moet als het ware een reeks indicaties opsporen.
De aanwijzingen zijn het duidelijkste als de ziekte met de typerende vochtophoping in de buikholte
gepaard gaat, dan kan er een vochtmonster worden genomen en dit kan dan worden onderzocht.
Als het vocht geel of barnsteenkleurig en taai is, is de kans groot dat de kat FIP heeft. en verder
test de dierenarts het vocht nog op andere dingen.
Het wordt moeilijker als het om de 'droge' vorm gaat.
Dan kan de dierenarts zich meestal slecht oriënteren aan de hand van de weinig typerende symptomen
(koorts etc, zie boven) het vaststellen van het aantal antilichamen (=FIP test) helpt weinig bij het stellen van de diagnose.
Dit onderzoek richt zich namelijk op het vaststellen van de aanwezigheid van antilichamen tegen
alle coronavirussen, dus ook tegen het vrij ongevaarlijke diarreevirus. Ongeveer de helft van alle katten is reeds in aanraking
geweest met coronavirussen zodat bij al deze katten een flink aantal antilichamen wordt gevonden, zonder dat dit iets met
FIP te maken hoeft te hebben.
Om de verdenking van FIP te staven moet daarom het bloed onderzocht worden op het eiwitgehalte
etc..
En een definitieve diagnose kan bij de droge vorm alleen door monsters van de organen in de buikholte
worden vastgesteld.
Helaas
Fip is een ongeneeslijke ziekte die meestal in korte tijd tot de dood leidt.
Pogingen om de ziekte te behandelen, kunnen alleen het welzijn van de kat verbeteren en zijn leven
een stukje te verlengen.
Toch zullen de meeste katten desondanks al enkele weken na het optreden van de eerste symptomen
sterven.
Daarom moet het baasje zijn kat goed in de gaten houden om te zien hoe slecht het met diertje
gaat en desnoods overwegen of hij inslapen een diervriendelijker oplossing vind.
Het zou geruststellend zijn als je iets kon doen om Fip te voorkomen, maar de ontwikkeling van
een vaccin is moeilijk, omdat het juist de reactie van het immuunsysyeem die de symptomen veroorzaakt.
Het gebruikelijke doel van inentingen , een snelle vorming van antilichamen stimuleren werkt in
dit geval niet.
Daarom is er een preventief vaccin ontwikkeld dat in de neus wordt gedruppeld.
In het gebied van de neus en keelholte worden afweermechanismen geactiveerd die voorkomen dat
het virus het lichaam binnendringt.
De werking is echter omstreden.
Als een kat al eens met coronavirussen in aanraking is gekomen, helpt de inenting helemaal
niet.
Daarom is een controle van de antilichaamspiegel zinvol om over het al of niet van een inenting
te besluiten.
Verschenen in 'Hart voor Dieren' oktober 2003
FIV = Feline Immunodeficiëntie Virus
FIV wordt ook wel Kattenaids genoemd.
Een besmetting met het FIV virus lijdt niet automatisch tot kattenaids.
Aids is de ziekte die eruit voortvloeit maar dit kan ook zo lang duren dat de kat sterft van ouderdom.
Het verantwoordelijke virus is in 1986 ontdekt en er is meteen een uitgebreid onderzoek gedaan
naar het besmettingsrisico voor de mensen en het komt alleen besmettelijk voor de kat voor en is niet
besmettelijk voor de mens.
Besmetting
Dit is een virus ziekte die vaak wordt overgebracht door sex en speeksel--> bijtwonden.
Katers lopen meer gevaar dan poezen omdat katers vaken vechten.
Ook de nekbeet tijdens de paring kan besmetting opleveren.
Kittens kunnen besmet raken via de placenta en de moedermelk (Dit gebeurd alleen als moederpoes
besmet wordt als ze zwanger is of lacterend is)
Het virus is een Lentivirus , dat is een virus dat zich langzaam vermenigvuldigt.
Daardoor kan het jaren duren voor je er achter komt dat je kat besmet is.
Dit virus gaat in bepaalde witte bloedcellen zitten waardoor die niet meer goed werken. De
witte bloedcellen zorgen voor de afweer.
Als er teveel witte bloedcellen zijn aangetast , verzwakt de afweer dus, waardoor de kat vatbaar
is voor allerlei infecties en ook krijgen ze makkelijker gezwellen.
Symptomen
Er zijn verschilende fases.
1) Dit is de acute fase: deze duurt 4 weken tot 4 maanden na de besmetting op. de katten kunnen wat
koorts hebben en/of vergrote lymfeknopen hebben , maar dat gebeurd niet altijd. Ze worden drager van het virus.
2) geen klachten. Dit heet de AC stadium = asymtomatic carrier. Dit kan maanden tot jaren duren.
3)vage klachten, zoals slecht eten, bloedarmoede, soms koorts. deze fase kan ook maanden tot jaren
duren. Vaak gaan mensen in deze fase naar de dierenarts,maar vaak ook niet omdat de klachten wat onduidelijk zijn.
4) is een aids gerelateerd complex. In dit stadium zullen de meeste
katten naar de dierenarts gaan omdat er chronische klachten ontstaan zoals; niezen, gewichtsverlies, moeheid, huidaandoeningen,langdurige
diarree etc. dit stadium kan ook weer jaren duren maar de algehele conditie van de kat zal zeker achteruit gaan.
5)Dit is het aids stadium. Hier is een compleet ontbrekende afweer waardoor de kat vatbaar
is voor alle infecties. In deze fase overlijdt de kat altijd binnen 1 jaar.
6) Tegenwoordig wordt er nog een zesde groep ingedeeld waarin talrijke klinische problemen ondergebracht
worden die niet goed binnen de genoemde vijf stadia zijn te plaatsen: dementie, trilbewegingen van de kop, onzindelijkheid,
zich verstoppen en agressie.
Diagnose stellen
Deze wordt gesteld door een bloedonderzoek. ( De uitslag kan er binnen 10 minuten al zijn)
Behandeling
Alleen symptomatisch. ( verschijnselen onderdrukken) soms worden er steroiden of interferon gegeven
of een dieet (geen rauw vlees),parasieten weren + proberen te voorkomen dat de kat niet in aanraking komt met infecties.
De kat sterft nooit door de FIV zelf maar door de infecties waar hij geen weerstand meer tegen heeft.
Voorkomen
Er is nog geen vaccinatie tegen FIV.
Een besmette kat blijft zijn leven lang drager van het Fiv virus en kan het dus altijd overbrengen
naar andere katten. Laat hem dus nooit in aanraking met andere katten komen.
F.N.I. = FELINE
NEONATALE ISOERITHROLYSIS
F= katten N = jongeborene I = de vernietiging van de rode bloedlichaampjes.
De mensen hebben verschillende bloedgroepen. De verhouding is;
Bloedgroep A 42% B 14% AB 7% O 37%
Het
is bekend dat bij bloedtransfusies alleen bloed van dezelfde bloedgroep gebruikt mag worden, daar anders de rode bloedlichaampjes
'oplossen' en een levensgevaarlijke situatie ontstaat.
Ook
weet men dat het bloed, ongeacht de bloedgroep, bij 85% van de blanke bevolking nog een ander soort kenmerk draagt, dat bij
de overige 15% ontbreekt, de zgn. Rhesusfactor.
Is
een moeder Rh (Rhesus) negatief en de vader Rh positief dan kan dat een proces ontketenen dat leidt tot vorming van antilichamen
bij de moeder, die aan het on- of pasgeboren kind ernstige schade kunnen berokkenen.
Is de moeder echter Rh positief en de vader Rh negatief, dan ontstaat deze situatie niet.
Van
allerlei diersoorten waren bloedgroepen en de specifieke kenmerken daarvan al bekend, maar wat katten betreft daar hebben
de onderzoekingen lang op zich laten wachten.
Sinds
het begin van de jaren '80 in Australië en later in Amerika, Frankrijk en Duitsland heeft men echter
onderzoekingen gedaan bij katten.
Die
onderzoekingen hebben tot de volgende, voorlopige, resultaten geleid.
De
vererving van bloedgroepen bij katten verloopt volgens de erfelijkheids-leer van Mendel.
Dit
wil echter niet zeggen dat de wijze van coderen overeenkomt met de in de Katten-Genetica m.b.t. tot kleur-vererving etc. gebruikelijke
coderingen, daar geven hoofdletters aan dat een gen DOMINANT is en kleine letters geven aan dat een gen recessief
is.
Voor
bloedgroepen worden slechts hoofdletters gebruikt plus de mededeling dat de ene bloedgroep (A), de andere (B) overheerst.
Bij
katten bevat het bloedplasma natuurlijke antilichamen tegen een vreemde bloedgroep. Bij andere diersoorten en bij de mensen
worden die antilichamen pas gevormd wanneer bij bepaalde, elkaar niet verdragende, bloedgroepen of andere kenmerken (zoals
Rh) het eerste contact heeft plaats gevonden.
Een tweede contact kan dan tot onverdragelijkheids-reacties leiden.
Bij katten zijn DRIE bloedgroepen geconstateerd t.w.:
Bloedgroep A gevormd door het genenpaar A/A of A/B, waarbij de eigenschappen van A de eigenschappen
van B onderdrukken.
Bloedgroep AB deze bloedgroep komt zeer zeldzaam voor en er is nog weinig over bekend. AB heeft
ANDERE eigenschappen dan de combinatie van A/B.
Bloedgroep
B gevormd door het genenpaar B/B
Wanneer treden
er onverdraagzaamheidreacties op?
1. BLOEDTRANSFUSIE: Bijv. na een ongeval,
bij een operatie enz. Een bloedtransfusie met bloed van een verkeerde bloedgroep zou o.a. een dodelijke shock tot gevolg kunnen
hebben. (A-donor/B-ontvanger)De dierenarts zal daar beslist wel ervaringen mee hebben opgedaan bij andere dieren. Hopelijk is hij er reeds van op de hoogte dat een kat de antilichamen niet opbouwt, zoals bijv. bij honden,
maar reeds natuurlijke antilichamen in het bloedplasma bezit.
2. ZWANGERSCHAP: Over dat wat er tijdens de
zwangerschap kan gebeuren m.b.t. onverdragelijkheids-reacties bestaan nog verschillende meningen. In de ene publicatie wordt
gezegd: "Antilichamen komen terecht in de bloedsomloop van de foetus resp. de pasgeborene, terwijl
een andere publicatie vermeldt: "Wanneer een moederpoes met bloedgroep B kittens met bloedgroep A uitdraagt gebeurt er vóór
de geboorte niets, omdat de antilichamen van de moeder niet door de barrière van de placenta heenkomen."
3. GEBOORTE: De eerste moedermelk (colostrum)
bevat allerlei afweerstoffen,die de kittens beschermen tegen infecties etc., maar in het geval van onverdraaglijke bloedgroepen
óók de afweerstoffen c.q. antilichamen tegen de vreemde bloedgroep.
Hoe werkt de vererving van de Bloedgroepen A en B?
Poes: ----Kater: ---Kittens: A = A/A - A = A/A - A = A/A A =
A/A - A = A/B - A = A/A of A/B A = A/A - B = B/B - A = A/B Poes: ----Kater: ---Kittens: A = A/B - A = A/A - A = A/A
of A/B A = A/B - A = A/B - A = A/A of A/B en B = B/B A = A/B - B = B/B - A = A/B en B = B/B Poes:
----Kater: ---Kittens: B = B/B - A = A/A - A = A/B ** B = B/B - A = A/B - A = A/B ** en B = B/B B = B/B - B = B/B
- B = B/B
Bij
de met ** gemerkte kittens treedt een onverdragelijkheids-reactie op, dat is dus wanneer de Moederpoes
tot de Bloedgroep B (= B/B) behoort en haar kittens tot Bloedgroep A (= A/B). Zo U kunt zien in de opsomming van mogelijkheden
speelt de bloedgroep van de dekkater, afgezien van het feit dat hij kittens met bloedgroep " A " verwekt heeft, geen directe
rol in de reactie.
Waaruit bestaat
die onverdragelijkheids-reactie?
Door
de anti- A -lichamen in de moedermelk van een bloedgroep B poes worden de rode bloedlichaampjes van de kittens met bloedgroep
A afge broken, een proces dat F.N.I. genoemd wordt.
Hoe constateer
je F.N.I?
De
geboorte verloopt normaal. De kittens waarbij de F.N.I. reactie plaatsvind zullen echter; onmiddelijk na de geboorte zonder
sporen van ziekte o.i.d. doodgaan, vertonen zwakte, hebben geen zin om te drinken. Na een dag of paar dagen gaan
ze steeds minder drinken, hebben rood/bruine urine. krijgen geelzucht en/of boedarmoede. Sommige kittens overleven maar na
1 of 2 weken sterven de staartpunten af. Andere kittens drinken en groeien verder en krijgen hoogstens een lichte vorm van
bloedarmoede.
Is er iets aan/tegen
F.N.I. te doen?
Voorkomen is beter dan genezen. Door slechts B x B te kruisen zou het probleem helemaal uit
de wereld zijn en hoefde er nooit een bloed- groep te worden bepaald. Bij een A x A kruising zal het echter noodza- kelijk
zijn om van de nakomelingen steeds de bloedgroep te laten bepalen, want; bloedgroep A kan immers 'fokzuiver' AA of 'fok-onzuiver'
A/B zijn en derhalve kittens met verschillende bloedgroepen geven. De B-kittens kunnen geselecteerd
worden, maar voor de A-kittens zal het een schier onmogelijke taak zijn dat recessieve gen B weg te fokken, want het kan
generaties lang meegedragen worden. Bloedgroep B is eigenlijk een beetje te vergelijken met een langhaar-factor of een
verdunnings-factor.
Nogmaals F.N.I. is geen (besmettelijke) ziekte, raakt U dus niet in paniek.En laat Uw (dek)kater
met bloedgroep B, als U dat tenminste heeft laten vaststellen, niet hals over de kop castreren. ** Belangrijk! Na
18 -24 uur absorbeert de darmwand de antilichamen niet meer en is het 'gevaar' geweken. De moeder blijft echter gedurende
de hele zoogtijd anti lichamen produceren, zowel de GOEDE als de SLECHTE (zoals het Anti bloedtype A) dit ter immunisering
van de ingewanden. 't Is maar dat U het weet en er aan denkt dat Uw " B " poes (of een andere poes,
waar U de bloedgroep niet van kent) na 18 - 24 uur niet als 'min' gebruikt kan worden voor een ander nest met hetzelfde probleem.
Tot Slot: Percentages met de bloedgroep B:
20%
Abbessijn, 16% Heilige Birmaan, 59% Britse Korthaar, 43% Devon Rex, 20% Perzisch Colourpoint, 24% Perzen, 15% Scottish
Fold, 22% Somali
Katteziekte = Panleopenie
Omdat de meeste katten hier zijn ingeënt zijn komt kattenziekte nauwelijks meer voor in
Nederland.
Maar als we nu gaan stoppen met enten dan komt de ziekte helaas weer snel terug.
De veroorzaker is het parvo
virus en de ziekte kan erg snel verlopen.
Dit tast de afweer aan doordat de meeste witte bloedcellen doodgaan.
Hierdoor zijn de katten ook vatbaarder voor andere infecties.
Ook valt het alle snel delende cellen aan,vooral in de darmen en de hersenen. (incubatietijd
is 4 tot 10 dagen)
Besmetting
Een kat die de ziekte heeft gehad blijft nog een lange tijd besmettelijk voor andere katten, zij
draagt de ziekte over doordat het virus in de ontlasting en de urine zit.
Ook kattenvlooien brengen de ziekte van de ene naar de andere kat over.
Ook de mens kan het overbrengen op de kat bijv. via de schoenzolen of de handen.
Het is niet besmettelijk voor de mens zelf, maar hierdoor lopen ook de katten gevaar die
niet buiten komen. Zonlicht doodt het virus.
Ook zonder kat kan het virus nog maanden lang besmettelijk zijn. Goed desinfecteren is dus
een must. Denk aan het meubilair, evt. het
bed als je kat daar op slaapt!
Symptomen
Hoge koorts, dit kan oplopen tot 40C of zelfs hoger en na een paar dagen is de koorts
weer verdwenen.
Lusteloosheid en overgeven. Donkere/ zwarte diarree (soms zitten er ook stukjes slijmvlies in
de ontlasting)
Buikpijn en poes wil graag op een harde koude grond gaan liggen.
Kittens kunnen op een vreemde manier gaan lopen.
Het gevaar van braken en diarree is uitdroging omdat poes ook meestal niet wil drinken.
Diagnose stellen
Dit kan alleen door een lab .onderzoek....dus ga naar de dierenarts.
Behandeling
Omdat de veroorzaker een virus is zijn er geen echte medicamenten.
Het enige wat gedaan kan worden is een symptomatische behandeling (= de verschijnselen behandelen,
maar niet de ziekte zelf) Dus...een zo goed mogelijk verzorging aan poes geven en zorgen dat ze niet uitdroogt.
Helaas overleven weinig katten de kattenziekte en vertonen sommige katten geen enkel ziekteverschijnsel
en wordt na hun dood pas de kattenziekte als doodsoorzaak vastgesteld.
Voorkomen
Inenting voorkomt deze ziekte. een kitten krijgt de basisenting vanaf 9 weken met 4 weken tussentijd,
daarna 1x per jaar een enting. ook oudere katten horen 1 x per jaar ingeënt te worden, omdat zij veel vatbaarder zijn voor
ziektes.
Niesziekte
Algemeen
Dit is een besmettelijke ziekte die alleen bij katten voorkomt.
Symptomen
Veel niezen, langdurige koorts die hoog kan oplopen, tranende ogen met soms een oogontsteking,
loopneus, geen eetlust en dorst, soms diarree, soms kwijlen. je ziet duidelijk dat de kat ziek is.
Besmetting
De belangrijkste besmetters zijn het calici virus, het rhinotracheitis virus en chlamydiae. Deze
veroorzaken allemaal niesziekte, met zulke kleine verschillen dat we het voor het gemak altijd niesziekte noemen.
Een kat die niesziekte heeft gehad, blijft drager van dit virus, zelf is hij niet meer ziek,
maar hij kan helaas andere katten besmetten. Als de kat éénmaal besmet is geweest met één van de virussen die niesziekte
veroorzaken, dan blijft deze vaak levenslang drager van dit virus.
De kat vertoont dan geen ziekteverschijnselen,(al kan het altijd weer de kop opsteken) maar
kan wel soortgenoten besmetten. Door het niezen kan ze een andere kat besmetten (net als bij een menselijke verkoudheid).
De ziektekiemen blijven buiten het lichaam 'in leven'.
Als je kat ziek is zorg dan voor een goede persoonlijke hygiëne, aangezien de mens dit ook via
de handen etc. over kan brengen op een kat.
Behandeling
Vanwege de diarree is het raadzaam om goed op te letten dat poes niet uitdroogt, zeker omdat ze
al zelf niets wil eten of drinken.
Ga altijd naar de dierenarts, meestal zal hij antibiotica voorschrijven.
Dit helpt helaas niet tegen virusinfecties maar wel tegen infecties die door bacteriën veroorzaakt
worden.
De zieke kat heeft een verminderde weerstand en is daardoor vatbaarder voor infecties. De niesziekte
is op zich niet dodelijk, maar de kat kan wel overlijden aan complicaties.
(wat ook wel wil helpen zijn de homeopatische tabletten Echnnea, geef hiervan een paar weken 1/6 tablet )
Voorkomen
Alle katten behoren met 6 + 9 weken ingeënt te worden. Dit bevat o.a.een entstof tegen niesziekte.
daarna moet deze enting jaarlijks herhaald worden.
Oorontsteking
Er leven vele bacteriën en andere micro-organismen in het oor. Normaal leven deze 'vredig
naast elkaar’ en geeft dit geen problemen,maar bij een ontsteking is het normale evenwicht verstoord. Dit
kan bijv. na een oormijt infectie voorkomen wat je vaak bij kittens ziet.
Een oorontsteking kan complicaties geven zoals; doofheid en zelfs de hersenen aantasten!!
Oorzaak
Bij warm weer kunnen bacteriën zich makkelijker vermenigvuldigen
Het schoonmaken met wattenstokjes.
Hierdoor kan het oorsmeer zich ophopen in het oor omdat je het naar binnen drukt i.p.v. verwijderd.
Veel haar op/in het oor.
Aanwezigheid van ‘iets vreemds’ in het oor.
Verminderde weerstand.
Verschijnselen
Krabben aan het oor.
Schudden met de kop.
Schuiven met de kop over de vloer of langs de muur o.i.d.
Er kunnen evenwichtstoornissen ontstaan
Veel oorsmeer (cerumen) wat er groen/geel uit kan zien en vies kan ruiken.
Zweren/abcessen op de oorschelp.
Oorschelp kan dik worden en/of er ontstaan bulten
Poes laat duidelijk merken dat het oor niet aangeraakt mag worden.
Diagnose en Therapie
Ga naar de dierenarts en laat die het oor (en trommelvlies) nakijken en de diagnose stellen.
Ook zal hij/zij een therapie voorstellen.
Bij een oorontsteking schrijft deze een zalfje voor.
Als er ook een middenoorontsteking is dan zal er ook met antibiotica gestart worden en indien
nodig met wat pijnstilling.
Psychische kaalheid
Inleiding
Er is bijna geen ander dier die zich zo grondig wast als de kat.
Gemiddeld 10 keer per dag strijkt ze haar haren glad en wrijft ze het stof van haar vacht, maakt
de ooghoeken schoon en haalt de klontjes tussen de teenkussentjes weg, Tweemaal per dag wast ze zich helemaal en grondig.
Een keer per week verzorgt ze ook de klauwen van haar achterpoten door ze met haar tanden te slijpen.
Te lang of te krom gegroeide klauwen bijt ze gewoon af.
Psychische kaalheid
Stressvolle situatie te lijf door zich overmatig te verzorgen,
te likken en zelfs plukken uit de vacht te trekken.
Veranderde omstandigheden in huis vormen vaak de onderliggende oorzaak, bijvoorbeeld de
geboorte van een baby, een verhuizing, complete nieuwe inrichting van het huis enz. Het is van belang de oorzaak op te sporen.
Als de oorzaak niet is weg te nemen, blijft er alleen behandeling
met al of niet homeopathische middelen over.
De drang om zich constant te wassen wordt ook wel excessief likken genoemd.
Het likken is bij katten die dit hebben een soort verslaving geworden.
Er zijn verschillende oorzaken, maar eerst mier de dierenarts onderzoeken of het euvel
niet door huisparasieten wordt veroorzaakt of dat er misschien sprake is van voedselallergie.
Als het niet om de laatstgenoemde redenen gaat, ligt er waarschijnlijk een psychische oorzaak
aan ten grondslag.
Excessief likken komt bijvoorbeeld vaak in stresssituaties
voor (poetsgekte))
Vaak komt excessief likken in huishoudens met meerdere katten voor.
Gewoonlijk zoeken de katten zelf uit wie het voor het zeggen heeft, maar soms is een
van de katten erg gevoelig.
Je kunt de situatie oplossen door meer aandacht aan dit dier te besteden.
Soms willen katten ons met de lelijke kale plekken op hun lichaam alleen maar mededelen
dat ze zich vervelen.
Dan helpt alleen maar spelen, meer aandacht en veel aaien of een tweede kat die de eerste
kat misschien over zijn verveling kan helpen.
|